Sashiko - traditioneel Japans borduurwerk - op papier.

Sashiko is een traditionele wijze om stof te versterken met stikselpatronen, met name met wit garen op indigo stof. Het is een traditie die stamt uit de 17de eeuw en die verspreid over heel Japan voorkomt. Alhoewel we die lichte steekjes op donkerblauwe stof nu heel decoratief vinden, is de oorspronkelijke reden om dit te doen veel prozaïscher: puur ter versterking van de (handgeweven) stof, om slijtage te maskeren of om bij het watteren van de stof de diverse lagen goed aan elkaar te naaien.

Oorsprong

Eeuwen geleden weefden Japanse boeren hun stof met de hand van plantaardige vezels, zoals hennep. Deze stoffen waren niet erg sterk, terwijl de boerenkleding wel aan stevige slijtage onderhevig was. Ter versterking werd de stof met indigo geverfd en van fijne stekenpatronen voorzien, om de stof goed bij elkaar te houden. Sashiko betekent ‘kleine steekjes’. Daarnaast werden meerdere lagen stof op elkaar met steekjes vastgemaakt en soms gewatteerd om de kleding warmer te maken.

Alhoewel de techniek om stof te versterken met kleine steekjes in veel Aziatische culturen voorkomt, associëren we deze techniek toch vooral met China en Japan. Tegenwoordig ligt het accent vooral op het decoratieve element en wordt Sashiko ook veel toegepast op woningtextiel, zoals kussens en gordijnen. Ook zien we nu ook wel Sashiko op andere kleuren stof dan indigo toegepast worden.

Drie soorten Sashiko

Sashiko wordt in veel districten toegepast. Tegenwoordig onderscheiden we drie technieken die duidelijk van elkaar verschillen.

Moyouzashi of eenvoudig Sashiko

Dit is de bekendste techniek en vaak de techniek die we algemeen als Sashiko aanduiden. Afkomstig uit het noorden van Japan, bestaat deze techniek uit geborduurde rechte of gebogen rijen rijgsteken, waarbij de steken elkaar niet mogen kruisen.

 

 

 

Hitomezashi Sashiko

Bij deze techniek worden de stekenpatronen gemaakt op basis van een ruitpatroon. Daaruit volgt vanzelf dat er bij Hitomezashi Sashiko geen gebogen lijnen voorkomen. In tegenstelling tot bij Moyouzashi Sashiko mogen bij deze techniek de steken elkaar wel kruisen of elkaar raken. Terwijl Moyouzashi meer een indruk van rijen steken geeft, zie je bij Hitomezashi meer losse steekjes, waardoor dit ook wel één-steek-Sashiko genoemd wordt.

 

 

 

Kogin Sashiko

Bij deze techniek wordt met indigo geverfde linnen stof met linnen garen voorzien van geometrische patronen door middel van horizontale steken. Er wordt gewerkt met een lange draad en het is zaak om secuur de steken te tellen. Bij deze techniek wordt de blauwe stof het meest bedekt met stikselpatronen.

Materiaal

In het algemeen gebruikt men voor Sashiko als ondergrond gelijkmatig, vast geweven katoenen stof. Het helpt wanneer de stof aftelbaar is, zodat u de steken mooi regelmatig over telkens hetzelfde aantal draden kunt maken. Traditioneel is de stof indigoblauw. Het is verstandig om de stof voor het borduren te wassen; het is zo jammer als het contrast tussen het witte borduursel en de blauwe ondergrond vervaagd is omdat de stof tijdens de eerste wasbeurt kleur afgaf.

 

Hoe donkerder blauw de stof, hoe mooier de steken uitkomen.

 

U kunt een enkele laag stof gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u er daarna een kussen mee bekleedt, een dubbele laag of tussen de twee lagen een laag watten leggen, voor een gewatteerd jasje bijvoorbeeld. Was en strijk de stof voor gebruik. Strijk de stof aan de achterzijde, want indigostof kan soms gaan glanzen wanneer u op de goede kant strijkt.

Het garen dat speciaal voor Sashiko wordt gemaakt is zwaarder dan quiltgaren. Dit garen is via postorder en in een speciaalzaak te koop. Anders kunt u gebruik maken van fijn haakgaren of katoenen perlégaren, nr. 5 bijvoorbeeld. Meestal knipt men het garen van tevoren in draden van 45-50 cm.