Weven

Weven is het vervlechten van horizontale en verticale groepen draden tot textiel. Het is een zeer oude techniek waarop heel veel varianten bestaan. De draden waarmee textiel wordt geweven kunnen van verschillend materiaal zijn, zoals wol, katoen, hennep en zijde

Omstreeks 27.000 jaar geleden werd er al geweven.

Hoe weef je:

Voor het weven span je een aantal draden parallel op. De constructie waarop dit gebeurt heet scheren. De opgespannen draden heten schering

Vervolgens worden een voor een andere draden haaks hierop (of één draad steeds heen en weer), tussen de schering doorgeleid. Deze draden heten inslagdraden, en worden vaak strak tegen elkaar aangedrukt. 

 

Opdracht:

Je gaat een weefwerk maken

Volg de volgende stappen:

Meet op de korte zijde telkens 1 cm. Dan teken je dit af.

Dit doe je zowel boven als onderaan.

Daarna plak je breed plakband aan beide zijden om het karton te verstevigen.

Je knipt dan ongeveer 1 cm elke keer in.

Pak nu een katoenen bol.

Zet je schering op.

Daarna kun je met je inslagwol aan de gang gaan. (dit heeft de leerkracht je laten zien)

 

 

Extra opdracht

Maak een patroon met het weven. Kijk eerst filpmjes op Youtube of plaatjes op Pinterest.

Probeer dingen uit, sla bijvoorbeeld eens meerdere draden over, of gebruik dik en dun draad.

Je kunt ook allerlei andere constructies maken, denk aan houten stokken, hoepels etc.